Naast het onderwijs en de gezondheidszorg was ook pastoraal werk en sociale zorg een beroepsmatig werkterrein voor de zusters. Met name na het laatste Vaticaans Concilie kreeg de pastorale en sociale zorg meer aandacht..
Steeds meer zusters gingen in kleine groepen of alleen wonen, midden in woonwijken. Vanuit de parochies werd dan vaak een beroep op hen gedaan. Sommigen veranderden van beroep en volgden een opleiding voor catechese, theologie of pastorale zorg. De meesten echter gingen, gezien hun leeftijd, op vrijwillige basis aan de slag binnen parochiële verbanden, zoals liturgie met avondwake en crematies, bezoeken van zieken en bejaarden of door deelname in kerkelijke beleidsorganen.