Zr.Cornelia: De dag van mijn vertrek vergeet ik niet. Het was zaterdagmiddag 3 oktober 1959. Ik was 22 jaar en de eerste die thuis wegging. Niemand wist goed raad met de sfeer die er hing. Mijn oudste zus wilde nog eens lekker koken maar liet de aardappelen ongekookt staan. Mijn peetoom kwam om mij mee weg te brengen.
Het postulaat en noviciaat: De overgang van de familiesfeer waarin ik als volwassen zelfstandige vrouw een plaats innam, naar de, voor mijn gevoel enge en bekrompen sfeer, waarin zelfverloochening en versterving een grote rol speelden, was erg groot. Maar ik nam het uit liefde tot God en probeerde mij in- en aan te passen. Wij traden met z’n tweeën in en na een half jaar trad de ander uit.
Daarna was het wachten op de volgende groep en dat betekende voor mij een postulaat en noviciaatstijd van 1½ en 2½ jaren.
In deze tijd was er ook een wisseling van de Novicenmeesteres, dat betekende voor mij dat ik het 2de noviciaatsjaar ook niet de huizen in kon omdat er toch bewoonsters in het noviciaat moesten blijven, terwijl ik zo naar werken verlangde
Ik volgde in die tijd wel een cursus dubbele boekhouding die waarschijnlijk al bedoeld was voor mijn toekomstige zending.
Na mijn eerste professie zei mijn moeder eens:”Gelukkig nu word je weer een normaal mens.” Wat frustrerend op mij werkte heb ik inmiddels wel ontdekt. Als ik niet voldoende werk heb of mijn verantwoordelijkheid niet kan gebruiken dan heb ik het moeilijk. Ik ben een actieve en tevens ook een meditatieve persoonlijkheid.
Ik deed mijn 1ste professie op 28 augustus 1963. Op die dag kreeg ik de zending om te gaan werken op het kantoor van de provinciale econoom, bij Zr. Aquine en Zr. M. Pia. Voor mijn gevoel was de stap veel te groot van het noviciaat naar het Provincialaat. Ik had me wat anders voorgesteld. Toch ontdekte ik spoedig dat ik mij vergist had, want de werksfeer was prettig en ik leerde veel en ik wist weer spoedig wat medeverantwoordelijkheid voor mij betekende.
Wat ik jammer vond, dat ik weer in Steyl bleef en zo geen andere werkplaatsen leerde kennen. Toch heb ik daar zeven jaar prettig gewerkt. In die jaren verhuisden we van Steyl naar het nieuwe klooster in Venlo “de Wylderbeek”. Intussen werd me gevraagd om het rijbewijs te halen en werd er nogal eens een beroep op mij gedaan om te rijden. Zo kwam ik verder dan ik gedacht had.