Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK

Terugblik op 33 hele mooie jaren in dienst van de  Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid.  Deel 2: Boxmeer.

Coördinatrice / Leken-leidster  in Boxmeer

 

Toen ik op 1 augustus 1994 in dienst kwam als coördinatrice betekende dat voor mij een grote stap. Ik moest de stap zetten van werken in de zorg, naar leidster van groep St Jozef  en samen  werken met zr. Martine, de overste van groep St. Jozef. Bij afwezigheid van zr. Martine zou ik haar taken waarnemen en in goed overleg de werkzaamheden verdelen. Er was afgesproken dat zr. Martine en ik dezelfde verantwoordelijkheid hadden naar de zusters toe.  Een echte functieomschrijving was er niet omdat ik de eerste “leken-leidster” was in dienst van de Congregatie. Zr. Johanni zei het eerlijk: “we weten het niet precies, we moeten samen kijken hoever we komen, en of het werkt allemaal” In groot vertrouwen ben ik er aan begonnen en ik heb er nooit enige spijt van gehad. Het was een baan die bij mij paste en ik heb heel veel mogelijkheden gekregen om te leren en verantwoordelijkheid te dragen. Ik ben er nu nog dankbaar voor. Leidster zijn heeft mijn leven gevormd en  zorgde ervoor dat ik mijn talenten kon ontwikkelen.

 

Er waren twee groepen van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid in Boxmeer: Groep Providentia telde 18 zusters en zr. M. Josephien had de leiding. Groep St. Jozef telde 16 zusters en zr. Martine en ik hadden de leiding.

In totaal woonden in 1994, 34 zusters in KBO St.  Anna in Boxmeer.  Zr .M. Josephien en zr. Berdina woonden samen in een huis in Boxmeer en zr. Martine woonde alleen in Boxmeer. Verder konden ons nog terzijde staan, zr. Magdalien, zr. Petra en zr. Josepha die ook voor de zusters naar  Boxmeer waren verhuisd. Zr .M. Antonia kwam wekelijks een paar dagen vrijwilligerswerk doen vanuit Blerick

 

Groep Providentia.  De eerste groep zusters die in 1993 vanuit Steyl verhuisden naar Boxmeer waren al gewend in St. Anna en kenden alle wegen en gewoonten in huis. De zusters van groep St. Jozef hadden meer hulp nodig bij alles wat ze deden, de verzorging, het leren van de nieuwe dingen, de weg in huis enz.. Ik kende iedereen vanuit Steyl al, dat was fijn. Zr. Martine was al jaren lang overste en wist hoe alles reilde en zeilde in een groep, Ik wist wel veel over verzorging maar niks over werkzaamheden die de zorg niet deed en door de zusters zelf gedaan moesten worden. Later noemden we dat Mantelzorg.

 

Nieuwe dingen leren.

De eerste jaren waren voor mij  jaren van nieuwe dingen leren. Ik noem er een paar b.v. de refter verzorgen en mee-eten aan tafel , de gebeden, de recreatie samen, recht doen en aandacht geven aan elke zuster persoonlijk. Begeleiden van zusters die zo ziek waren dat ze gingen sterven, alles eromheen regelen, ziekenzalving , waken en de stervende nabijheid blijven.  Gesprekken met zusters , contacten met de familie van de zusters  onderhouden. Handelen bij ziekte, contacten met de huisartsen, overleg met de verzorgenden. Als er iemand uit de groep naar een specialist in het ziekenhuis moest of op controle bij de tandarts of iets dergelijks dan hadden we gelukkig zr .Petra en zr. Josepha of zr. Magdalien  bij de hand.  Er was onderling een goede samenwerking en de sfeer was goed. De groep was groot en het was een hele klus om iedere zuster de aandacht te geven die ze nodig had.  Zr. M. Antonia was ook een vrijwilligster van het eerste uur. Ze kwam elke week van Blerick naar Boxmeer om de haren van de zusters te verzorgen, kleine boodschapjes te halen of  buiten te wandelen met een zuster in de rolstoel.

Toen het werk  voor zr. Josephien te veel werd in haar eentje kwam zr. Magdalien erbij als leidster.  Ik werkte vaak het weekend met zr. Magdalien.  Op een gegeven moment kregen we ook een computer, maar we mochten er “niet teveel mee spelen”.  Gelukkig was er het Provinciaal Bestuur waaraan we altijd advies konden vragen en zr. Johanni   waar ik  persoonlijk altijd bij terecht kon en mij heel goed voorbereidde op mijn taak en altijd eerlijk was te zeggen wat ze ervan vond. Dat had ik nodig als leidster, eerlijk en open zijn, met gevoel voor de zusters en hun zorgen en problemen.

 

God leidt mij

18 april 1996 een belangrijke dag voor Zr. Magdalien en mij.

Bij de bevestiging van de aanstelling van de leidsters Christien en zr .Magdalien,  stond vóór op het boekje van deze viering de titel: “God leidt mij”. De hele groep zusters en het provinciaal bestuur kwamen samen in de Magdalena kapel. In de toespraak die zr. Johanni  hield  bij het begin van de viering,  zei ze o.a. :  “Het leven in een gemeenschap is niet alleen een zaak van de leidinggevende. We hebben er allemaal samen een taak in. De kleine bezigheden die de mensen zelf kunnen, laten doen, dat geeft ieder mens een gevoel van, ik ben nog dienstbaar aan de omgeving.

Daarna moesten we, elk afzonderlijk,  een paar vragen beantwoorden nl.:

“Christien en Magdalien, wil jullie in de geest van de Congregatie onze zusters nabij zijn in lief en leed, in vreugde en verdriet, om zó mee te werken aan hun geluk?  Wij beantwoorden deze vraag met “ja” Daarna werd aan de zusters gevraagd:

“Zusters, nu vraag ik u, bent u bereid, deze beide mensen in vertrouwen tegemoet te treden en als leidster te accepteren in het besef, dat zij naar beste vermogen zich zullen inzetten om in goede en kwade dagen u nabij te zijn? “Bent u daartoe bereid?”  Elke zuster gaf daarna een bevestigend antwoord. Ik vond het heel mooi  en plechtig zoals het ging en het voelde een beetje als trouwen. Deze viering samen heeft zr. Magdalien, mij,  zr. Martine  en zr. M. Josephien heel erg geholpen in de samenwerking met elkaar.  Zr. Magdalien en ik  zijn maatjes gebleven.

 

Werkgroep Vieringen in Boxmeer

We hadden regelmatig een overleg met z’n vieren. We wilden de spiritualiteit van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid bewaren in Boxmeer. Elke Congregatie heeft weer andere gewoonten en soms feestdagen, vieringen enz. Hiervoor werd een werkgroepje geformeerd. Dit stelde teksten samen van vieringen voor feestelingen bij jubilea en algemene feestdagen en verzorgde de uitnodigingen. Deze werkgroep heeft bestaan tot 2015.

 

Begrafenissen organiseren en “in memoriam” maken

Wat ook bij het werk van een leidster hoort is de begeleiding van zieke mensen die stervende zijn. Het regelen van een priester en evt. de familie bij de ziekenzalving. Na overlijden  de inwonende zusters en het bestuur informeren. Voor het waken overdag maakten wij een schema en elke zuster die dit wilde kon zich daarvoor melden. Voor de nachten waren zr. Martine  en de zusters van de Beugenseweg  altijd bereid mee te helpen. Ook hebben we wel gebruik gemaakt van de terminale thuiszorg uit Boxmeer. Ik vond het altijd heel fijn om te waken. Om rustig bij iemand te zitten waarvan je wist, deze mens gaat sterven, die kleine dingen te doen die misschien een beetje verlichting konden brengen. Een rustig gesprekje, samen bidden van gebeden die dierbaar waren. Het volgende zal ik niet vergeten. Toen zr. Adelgardis ging sterven, was haar zus aan het waken. Deze zus bad  en zong liedjes bij haar in het Duits, haar moedertaal. Haar zus zei, “Het is belangrijk om je moedertaal te horen als je gaat sterven”.  Je zag aan de zuster dat dit veel voor haar betekende.  Het deed haar goed.

Niet alle zusters konden meegaan met de begrafenis en dus planden de avond voorafgaand aan de begrafenis de avondwake. Als er die avond een priester was dan was dit een Eucharistieviering maar als er geen priester beschikbaar was dan hielden wij een gebedsviering. Voor beide diensten maakten wij gebruik van de boekjes die wij met de werkgroep hebben gemaakt om zo de spiritualiteit van de Congregatie uit te dragen. De leidsters van de groep gingen voor in de viering. Omdat de medebewoners in Sint Anna vaak weinig af wisten wat de zuster die overleden was  gedaan had in haar werkzame leven zijn we begonnen met het maken van een kort “in memoriam”. De eerste was bij zr. Johanella ik weet het nog goed.  De zusters waren er blij mee en zo ook  de andere bewoners in huis. Soms zei een zuster tegen mij: “Christien je moet het niet te lang maken bij mij hoor.”  Later is mij gevraagd om ook dit ”in memoriam” voor te lezen in de afscheidsdienst in Tegelen. Dit heb ik met liefde gedaan. Na deze viering was er meestal afscheid nemen van de overleden zuster in de rouwkapel, voor de bewoners van het huis, de medezusters en de evt. familie. Daarna kon men koffie drinken in de huiskamer van de groep. Voor de zusters die niet mee konden naar de begrafenis in Tegelen was er de dag van de begrafenis een korte viering die meestal begon op het tijdstip van de dienst in Tegelen.

Op de dag van de begrafenis was het de taak van zr. Martine en mij om de familie op te vangen en te begeleiden. De afscheidsvieringen waren altijd heel mooi.  Soms ging Dhr. v. Elven voor en soms dhr. Salemans. Na hun overlijden werden deze vieringen gedaan door de medezusters van de Congregatie. Ik vond het afscheid op het kerkhof ook altijd mooi en sereen. Voor de laatste keer rond de kist van de overleden zuster, het gezongen Magnificat door de medezusters klonk dat zo mooi klonk in de buitenlucht op het stille kerkhof, de korte gebeden en dan het afscheid dat mij altijd een gevoel van verlies gaf, maar ook van dankbaarheid.

 

Retraites en Bezinningsdagen

De gewoonte bij de Congregatie was een jaarlijkse retraite voor iedere zuster die dit wil. De dagorde geeft aan op welke tijdstippen er door de retraiteleider een lezing gegeven wordt. De zusters hebben als regel stilzwijgen en gaan na de lezing naar hun kamer.  Aan tafel was ook stilzwijgen tijdens het eten en dat was ook voor ons wel eens moeilijk. In de beginjaren werd er streng  aan de dagorde gehouden en wij moesten ervoor zorgen dat de zusters zo goed als mogelijk was mee konden doen. Elke dag was er een Eucharistieviering en we probeerden te zorgen dat iedereen mee kon doen.  Een hele week volhouden was zwaar voor sommige zusters en we waren dan ook altijd blij als het einde in zicht was. Als  afsluiting van de retraite hadden de zusters de mogelijkheid om het Sacrament van de zieken te ontvangen bij de slotviering. Daar werd veel gebruik van gemaakt en het was ook altijd een mooie viering.

Toen de belasting van een hele week retraite te groot werd voor de zusters  kwamen er bezinningsdagen die gehouden werd door zr .M. Jeannette en zr. Cornelia of zr. Johanni . Iedereen, ook ik, kon deelnemen aan bezinningsdagen die in Tegelen in het Annaklooster plaatsvonden. Elk jaar was er een jaarprogramma. In de beginperiode werd er goed gebruik van gemaakt maar later moesten veel zusters ervan af zien in verband met lichamelijke klachten en de leeftijd.

Ik heb er veel aan gehad aan die bezinningsdagen in Tegelen en ook in Boxmeer. De lezingen maakten dat ik over veel zaken ging nadenken en vaak ook gaf het mij de gelegenheid om een goed gesprek te hebben met de zusters samen in de huiskamer, of persoonlijk op hun kamer.

 

 

Feesten, Vieringen en  Algemene Feestdag

Natuurlijk waren er ook altijd veel  andere feesten te vieren. In het begin kregen de zusters meestal beperkt bezoek. Toen dit veranderde en sommige zusters niet veel bezoek meer kregen hebben wij besloten de verjaardag samen met de groep te vieren op de ochtend van de verjaardag. Als er dan ’s middags nog bezoek kwam was dit extra fijn en de zusters die geen bezoek kregen hadden toch ook een leuke dag. Een vrolijk lied, een hartelijke felicitatie van iedereen, een lekker stuk vlaai of gebak hoorde er altijd bij en natuurlijk een cadeautje en een vrolijk boeket. Het waren hele gezellige ochtenden.

Bij het middageten kreeg de feestelinge dan nog een lekker toetje van de keuken.

Van groep St. Jozef zijn er in die jaren 4 zusters 100 jaar geworden. Dat waren bijzondere dagen waarvoor het hele mantelzorgteam werd ingeschakeld.

 

                              DIT VERVALT TOT ALGEMENE FEESTDAG?????

 

Zr. Johanelda Sampers werd 100 jaar op 4 november 1996

Bij zuster Johanelda  moesten we het allemaal eerst uitzoeken, hoe gaan we het vieren, wie moet worden uitgenodigd en wat moet er besteld worden?  Een leuk voorval was het volgende. Zr. Johanelda was een echte Tegelse en toen ze naar Boxmeer moest verhuizen viel het haar zwaar Tegelen te moeten verlaten. We hadden natuurlijk de burgemeester van Boxmeer uitgenodigd voor de 100ste verjaardag. Hij hield een mooie speech en de zuster kreeg een belangrijke onderscheiding. In de gemeente Boxmeer is dat  een klein beeldje van een  “bronzen Bok” en een flink boeket. De zuster was erg teleurgesteld want zij dacht dat de burgemeester van Tegelen zou komen.

Zr. Johanelda is overleden op 11 juli 1997 te Wijbosch-Schijndel.

 

Zr.Agatha Hennemann   werd 100 jaar op 10 maart 2006

Het levensmotto van zr. Agatha was: “Timmer zelf je leven maar laat je door God de maat geven” Zr. Agatha had lang uitgekeken naar haar 100ste verjaardag en we hadden alles samen goed voorbereid, uitnodigingen voor het feest enz. Ze genoot enorm van  alle aandacht van de  vele gasten waaronder ook haar familie. De receptie was druk bezocht en ook de  burgemeester van Boxmeer was aanwezig.  Hij had een mooie gesprek met zr. Agatha.

Zr.Agatha is overleden  op  27 maart 2008

 

  1. Concordia Kroezen werd 100 jaar op 26 november 2010

Zr. Concordia  kwam samen met zr. José uit Sevenum bij groep  St. Jozef  toen deze in 1994 startte in Boxmeer. Ze wilde zich graag nog dienstbaar maken en daar heeft ze zich in het begin ook echt voor ingezet. Toen zr. José overleed had ze het erg moeilijk daarmee en was voor haar het leven minder mooi. Ze waren heel veel jaren samen geweest. Het feest van haar 100ste verjaardag was een vreugdevolle dag waar ze heel erg van heeft genoten.  Ze was blij met alle bezoek en de vele bloemen en cadeaus. Trots ook op haar familie die met zoveel mensen aanwezig waren.

Zr.Concordia is overleden op 12 november 2013

 

Zr.Joanni  Kanters  werd 100 jaar op 22 mei 2013

De lijfspreuk van zr. Joanni was:

“Ik dank de Heer die mij altijd geleid heeft, Hij spreekt ook des nachts in mijn hart”  Zr. Joanni  was een wijze lieve vrouw. Ze kon met iedereen goed overweg.  De oude dag viel haar zwaar en vaak dachten wij dat de 100 niet bereikt zou worden.  Een heel groot feest organiseren was een beetje teveel maar toch werd het een hele mooie dag. ’s Morgens kwam mw.  Enny Hoenselaar (Directeur van st. Anna) haar van harte feliciteren in de huiskamer waar groep st. Jozef samen was gekomen. Na de middag was er een feest in de zaal beneden dat begon met een mooie viering in de zaal waar de hele familie en de burgemeester bij aanwezig waren.

Zr Joanni is overleden op 24 januari 2015

 

Kloosterjubilea werden feestelijk gevierd  op de dag van het jubileum, meestal  ’s morgens met koffie en gebak. Bij een kroonjaar bv. 50- 60- 70-of 80- jarig jubileum werd dit ook gevierd met de familie . Voor de zuster die feest had was dit altijd een hele mooie dag waar ze lang naar had uitgekeken.

 

Een keer per jaar was “DE ALGEMENE FEESTDAG” Alle feestelingen van het jaar werden op deze dag extra in het zonnetje gezet. De eerste jaren vierden de groepen apart deze dag  maar al gauw vonden wij het fijner met z’n allen samen, in de huiskamer van groep Providentia of St. Jozef. En altijd hadden we ’s middags een gezellig programma waaronder een keer het optreden van deze drie zusters. Later toen het allemaal te veel werd in de huiskamer  reserveerden wij voor deze gelegenheid een ruimte beneden.

Door onze eigen “ werkgroep vieringen” werd een mooie viering gemaakt en uitnodigingen  voor de feestdag. Meestal werd het Provinciaal Bestuur uitgenodigd en de vrijwilligsters waarop we altijd konden rekenen. De viering begon in de Magdelena kapel met de feestelingen op de eerste rij en een mooie toespraak door de Provinciale Overste. Na de viering feliciteren en koffie met gebak. Meestal kwam dan de directeur van st. Anna nog feliciteren. Gezellig samen zijn en ’s middags rond 13.30 uur begon dan het diner. Hier werd door de keuken veel werk van gemaakt. Het was altijd heel fijn en gezellig en uitgebreid. Tussen de gangen van het diner door werden de feestelingen in het zonnetje gezet en  vrolijk toegezongen.

 

Internationaal bezoek van zusters uit andere landen, Visitatie Generaal Bestuur

De Zusters van de Goddelijke Voorzienigheid zijn wereldwijd verspreid. Vanuit Duitsland, waar Eduard Michelis in Münster de Congregatie stichtte op 3 november 1842,  verspreidden de  zusters zich over de wereld. Ze kwamen in 1876  naar Nederland omdat ze moesten vluchten vanwege de ‘Kultur Kampf’ in Duitsland.

Vanuit al deze landen kwamen er regelmatig zusters om ons in Boxmeer te bezoeken. Ze wilden graag met eigen ogen zien hoe het leven voor de oude zusters was in een kloosterverzorgingshuis.. Soms was de communicatie enigszins moeilijk alhoewel veel zusters Duits of Engels spraken en wij zelf ook een beetje. Belangrijk was de verbondenheid die je kon voelen en de gezelligheid. Vooral als er zusters uit Indonesië kwamen of uit Malawi was het feest want er woonden ook veel zusters bij ons die in die landen samengewerkt hadden met deze zusters.

 

Leden van het Generaal Bestuur kwamen regelmatig op bezoek om ons over de internationale Congregatie te vertellen. Dia’s of foto’s  werden altijd op prijs gesteld. De visitatie van het Generaal Bestuur was de eerste keer best spannend omdat er van elke zuster verwacht werd dat men een gesprek had met een van de leden van het Generaal Bestuur. Sommige zusters vonden dit moeilijk. Maar het viel achteraf altijd mee.  Ook ik heb wel eens zo’n gesprek met de Generale Overste gehad maar ik vond altijd dat men veel aandacht en interesse had voor het werk dat ik deed.

 

Het Kapittel

Elke 5 jaar werd een Kapittel gehouden. Toen ik in Steyl werkte hoorden wij wel over het Kapittel en de oude zusters waren er echt mee bezig. Ze gingen vaak naar de kapel om te bidden en de spanning steeg als de keuze voor het nieuwe bestuur eraan kwam. Wij, de verzorgsters, hoorden ervan omdat sommige zusters er over wilden praten maar de essentie gleed van ons af. Dat veranderde natuurlijk toen ik in Boxmeer kwam als leken-leidster. Omdat ik veel dichter bij de mensen stond was het ook de bedoeling dat ik mij inleefde in alle ontwikkelingen die op geestelijk en spiritueel en zakelijk gebied aan de orde waren. Ik mocht altijd aanwezig zijn bij alle besprekingen van Groep St. Jozef  met het Provinciaal Bestuur  en leden van het Generaal Bestuur als die  kwamen met mededelingen of zaken die belangrijk waren, ook toen het nieuwe kapittel in aantocht was.

Mijn eerste ervaring  was denk ik in 1999 .

Zr. Martine en zr. Magdalien en zr. Josepha   waren als kapittellid gekozen en Riet en ik kregen de leiding toen ze naar het kapittel gingen. Om de bereikbare  dienst goed te laten verlopen werd besloten dat ik deze week bij zr .Petra zou logeren. Dat was echt heel leuk en gezellig. In de huiskamer van de groep werd veel gepraat over het kapittel en de zusters gingen vaak naar de kapel,  waar de Congregatiekaars brandde op het altaar, om te bidden.

Het was erg druk omdat er in die week nog een begrafenis was van een medezuster. Wij gingen met 8 zusters in een busje naar Blerick  voor de dienst en aansluitend naar het kerkhof in Tegelen. Het was heel koud en in Tegelen en Blerick waren veel zusters ziek. Ik dacht dat er toch wel een paar Kapittelleden zouden zijn maar dat was niet zo. Ik leerde toen dat het niet mogelijk was omdat je het proces van het kapittel niet kon onderbreken. Er was gelukkig wel veel familie van de zuster aanwezig en op het kerkhof had ik bewondering voor de kleine groep zusters die toch het Magnificat zongen..

 

Het thema van het Kapittel in 2005 was: De rijkdom van de pluriformiteit

In 2004 besloot het provinciaal Bestuur dat één leken-leidster deel mocht nemen aan het volgende kapittel. Maar wie van de drie? Riet, Riek of ik ?  Net als de zusters die gekozen konden worden werden onze namen op de kieslijst gezet. Het was een spannende tijd en ik wilde heel graag gekozen worden. Toen zr. Gemma mij dan ook belde dat ik mee mocht op de hele reis, ook naar Wahlwiller, was ik echt heel blij en dankbaar. Ik had hooggespannen verwachtingen.  In Mei 2004 was de eerste bijeenkomst. Ik maakte kennis met mijn tochtgenoten, een bont gezelschap. En dan komt de dag dat je werkelijk naar Wahlwiller gaat. Je pakt je koffers en gaat op weg. De 1e indruk van het Arnold Janssen klooster was: “wat een mooi huis en een prachtige omgeving” Vanuit de Kapittelzaal kijk je over de groene heuvels van het Limburgse land.  We hebben goede begeleiders. Ze wisten ons telkens weer op het goede pad te brengen met een relativerende opmerking of een vrolijk accent. De onderlinge sfeer in de groep was goed, open en eerlijk. Ik dacht aanvankelijk dat het allemaal zakelijk zou zijn maar al gauw blijkt dat er veel tijd is voor bezinning, gebed en ontmoeting. Soms zit je met de een in een groepje te praten, dan weer met een ander. Iedere morgen wordt je rugzakje door enkele tochtgenoten gevuld met geestelijk voedsel in de kapel, en dan gaan we stappen nemen in de Kapittelzaal. Papieren, verslagen, besluiten en aanbevelingen. Er wordt goed naar gekeken. Wat opvalt is, dat er telkens een echo te horen is van gesprekken uit de voorbereidingsperiode. Datgene wat de zusters thuis ons meegegeven hebben.  Ook de avond wordt weer met gebed beëindigd en met leuke spellen voor de ontspanning.  Dinsdag avond arriveert zr. Laetitia, de Generale Overste. Als afgevaardigde en coördinator van het Generale Bestuursteam zal ze de zusters begeleiden op het moeilijke stuk weg, de keuze van een nieuw Provinciaal Bestuursteam .Het lijkt een berg die beklommen moet worden. Het was spannend en heel bijzonder om erbij te mogen zijn. Het is een ervaring die ik nooit zal vergeten. Toen de uitslag van de keuze er was waren de gevoelens dubbel, blij en ook wat verdrietig, alles zal veranderen, dat gevoel drong langzaam tot me door. Ik merkte gelukkig dat het met de andere kapittelleden, met meer ervaring, ook zo ging.

Terugkijkend op deze eerste reis kan ik vertellen dat ik het nooit had willen missen. Datgene wat ik verwachtte is meer dan uitgekomen. Een kapittel is niet alleen zakelijk, en het uitstippelen van beleid niet alleen wie krijgt de leiding in het bestuur. Nee, het is veel meer, een geloofsproces dat geleid wordt door de Voorzienige God, geïnspireerd door de voelbare aanwezigheid van de H. Geest en de weg wordt verlicht  door Jezus Christus die als mens tussen mensen met je meetrekt. Zo voelde ik het ook.

 

Het thema voor het kapittel van 2009 was: Leven in Gods tent, gastvrij, creatief en bevrijdend

Ook dit keer mocht ik deel nemen aan het kapittel.  Riek was er nu ook bij en dat vond ik fijn. Als aanloop naar het kapittel  waren er gesprekken van de verschillende werkgroepen. Ook dit keer sloegen we in Wahlwiller onze tent op. Het was een hele mooie en intens beleefde week. Je kon goed merken dat de goede wil om er samen uit te komen er was. Er werd rekening gehouden met een ieders mening, ook die van ons, de leken die deel namen. Men groeide langzaam toe naar elkaars standpunt tijdens de bijeenkomsten in de kapittelzaal. Wat indruk op mij maakte was het feit dat er zo goed en zorgvuldig werd gepraat over de toekomst van de Nederlandse Provincie. Een heel moeilijk proces om je voor te stellen dat er veranderingen komen die niemand tegen kan houden omdat de zusters zo oud zijn en men af moet bouwen. En dan de wijze waarop men dit wil realiseren. Daar is moed voor nodig.

Heel mooi was de Eucharistieviering als afsluiting van het kapittel in Tegelen De zaal was goed gevuld. Zoveel mogelijk zusters van de Congregatie waren aanwezig.

 

In 2014 had het Kapittel het thema: Geïnspireerd door Gods Voorzienigheid vertrouw vol en samen onderweg.  Het laatste Kapittel voor de Nederlandse Provincie.

Een heel ander Kapittel als de andere die ik meemaakte. Gezien de leeftijd van de zusters was besloten dat dit het laatste Kapittel zou zijn in de oude vorm. De Nederlandse Provincie veranderde in een Communiteit onder het Generalaat. Enkele leden van het Generaal Bestuur waren deze week aanwezig bij het Kapittel.

De bijeenkomsten zouden allemaal plaats vinden in het Annaklooster. Ook dit keer was het echt een hele mooie tijd. Iedereen had de intentie om tot de beste resultaten te komen.

Wij, de niet religieuzen mochten onze mening  geven en mee te denken. Wij hoorden erbij en werden niet buiten gesloten. Ook waren er af en toe emoties en moeilijke momenten maar de kring van kapittelleden sloot zich liefdevol om iedereen heen. Al die mooie vieringen in de kapel van het Annaklooster. We voelden een sterke verbondenheid die gebleven is ook na dit Kapittel. Het hele proces was hartverwarmend en dat kwam tot uiting door het beeldje dat wij ontvingen als aandenken aan dit laatste officiële kapittel.

Heel veel heb ik geleerd van al deze kapittels. Hoe het mogelijk is dat je in goed harmonie samen tot hele mooie  resultaten kunt komen als iedereen de kans krijgt zijn mening te zeggen en iedereen bereid is om te kijken naar elkaars standpunt.

 

Kroniek schrijven

Toen ik ongeveer een jaar werkte in Boxmeer zei zr. Martine op een dag dat het de bedoeling was dat wij een kroniek zouden schrijven voor in het archief van de Congregatie.

Ik vroeg haar wat dan precies de bedoeling was.  Een stuk schrijven waarin bijzonderheden staan vermeld  die er dit jaar gebeurd zijn in de groep zusters van St. Jozef. Lief en leed, alles wat belangrijk is om te onthouden. Wie moet dat doen vroeg ik nog? Wij samen zei ze maar ik wil jou vragen of jij dat zou willen doen, het hoeft niet zo veel te zijn. Ik schrok ervan maar dacht dat het toch wel een mooie uitdaging zou zijn voor mij. Later bedacht ik nog dat het voor de toekomst heel goed zou zijn om te beschrijven hoe de oude dag en de zorg  eruit gezien heeft voor alle zusters die er kwamen wonen. De ideeën groeiden met de jaren. Bij zr .M. Jeannette  die in Blerick woonde  kon ik informatie vragen en daar moest dit stuk ook ingeleverd worden. Dat heb ik gedaan en zr. M. Jeannette heeft mij uitgelegd wat de bedoeling was,  dat was heel verhelderend. En zo   ben ik er aan begonnen. Zr. Martine heeft elke kroniek die ik maakte voor we deze inleverden, nagekeken en evt. tekorten aangevuld of zaken aangepast. De zusters van de groep St. Jozef  hebben vaak geholpen met verhalen en foto’s en met hun levenservaring. We maakten twee exemplaren, een die we inleverden bij zr. M. Jeannette en eentje voor de zusters van de groep.

Die eerste kroniek was kort en met weinig informatie, ik moest er echt nog inkomen toen. We gingen het hele jaar door informatie verzamelen en langzaam aan begon de kroniek in mij en bij het mantelzorgteam te groeien. Er kwamen foto’s in en elk jaar werd de kroniek een beetje dikker.  Ik had nooit gedacht dat ik er 20 jaar op rij eentje zou afleveren . Toch is mij dat gelukt, de eerste maanden van het jaar was de term “thuis werken aan de kroniek”  voor mij en mijn gezin heel gewoon.  Deze kronieken geven volgens mij een goed beeld over hoe de zusters samen leefden in groep st. Jozef, hoe hun verzorging eruit zag. Welke zorgen en problemen er waren maar ook hoe fijn het leven was in St .Anna in Boxmeer. Deze kronieken zijn opgeslagen in het archief in Sint Agatha.

Groep St. Jozef

Voorste rij in rolstoel  van links naar rechts :zr. Antonie, zr. Everdina,

  1. Joanni, zr. Concordia,
  2. Anna Jacoba, zr. Stellamaris.

Staand van links naar rechts:

Zr .M. Martha, zr. Marie Louise, zr. Magdalena, zr .Bernardino, zr. Marieni, zr. Berdina, zr. M. Francina, zr. M. Catharine.

 

De cliëntenraad.

In 1991 zijn er in KBO St. Anna de eerste gesprekken over participantenoverleg. Er komen andere Orden en Congregaties in huis wonen en men wil er een goede samenwerking mee. De Participantenraad , bestond uit bijna allemaal Oversten  van de verschillende Orden en Congregaties in huis en is een adviserend orgaan. In 1995 komt de Wet Medezeggenschap Cliënten Zorginstellingen (WMCZ) In de wet staat beschreven waar het verzorgingshuis aan moet voldoen t.a.v. de cliënten die in huis wonen. Deze wet geldt ook voor kloosterverzorgingshuizen en zal hier dus ook moeten worden uitgevoerd.  Omdat de Participantenraad er al is, wordt besloten deze een andere naam te geven: “Cliëntenraad” De leden van de Participantenraad gaan automatisch over naar de Cliëntenraad.  Van de Congregatie van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid zitten op dat moment in de Participantenraad. Zr. M. Josephien, zr. Maria en zr. Magdalien.  Als zr. M. Josephien  ziek wordt  vraagt zr. Johanni  mij of ik haar wil vervangen in de nieuwe Cliëntenraad. Het is voor mij een nieuwe weg maar toch begin ik eraan met goede moed.

Van de voorzitter van de Participantenraad , zr. Agneta Geven, krijg ik een uitnodiging voor de vergadering  op 23 februari 1998 . Ik maakte de ontwikkeling mee van Participantenraad naar Cliëntenraad en dat was niet eenvoudig. De zuster die secretaresse was werd ziek en zr. Agneta vroeg mij of ik dat wilde gaan doen. Met instemming van zr. Johanni ben ik eraan begonnen. Er waren nieuwe statuten en een nieuw reglement dat wij moesten bestuderen. Er kwamen begrippen als recht op informatie, adviesrecht en verzwaard adviesrecht. Opkomen voor de belangen van de bewoners hoe doe je dat? We kregen veel stukken te lezen. In huis waren er veranderingen op allerlei fronten, er was veel verwarring ook over de begrippen Participantenraad – Cliëntenraad. Duidelijk werd dat het goed zou zijn als leden van de Cliëntenraad geen bestuurslid van de eigen Orde of Congregatie zouden zijn. Een aantal leden gingen weg, anderen werden benoemd. In Mei 2000 komt de Inspecteur van de Gezondheidszorg, Dhr. v. der Pas,  op bezoek. We hadden een goed gesprek. Belangrijk voor ons waren zijn woorden en ik citeer: “Er moet goed gezorgd worden. U kunt alle inlichtingen krijgen en eruit halen wat u nodig hebt. Blijf de religieuse die u altijd was. Ga verder op het fundament dat er is. Blijf meedenken over hoe het werk georganiseerd wordt. U kunt het leren.” Dat gaf ons een positieve impuls en moed om door te gaan. In Augustus 2000 wil zr. Agneta stoppen als voorzitter en word ik hiervoor gevraagd. Ik vond voorzitter zijn best lastig in het begin want hoe doe je dat precies? En het waren ook  veel  werkuren van mij. Maar hierdoor was de Congregatie  wel op de hoogte van alle veranderingen in huis en wij moesten vaak advies geven of  instemming verlenen. De sfeer binnen de cliëntenraad was heel goed en samen hebben we veel geleerd. We hebben de taken verdeeld en werkgroepjes gemaakt die bepaalde onderwerpen bestudeerden en dan terug brachten in de vergadering.  Ook hebben we nieuwe Statuten en een nieuw Reglement gemaakt. In Februari 2002 wordt Dhr. Bruins waarnemend vertrouwenspersoon voor de bewoners. Dhr .Bruins is bij de Congregatie wel bekend omdat hij eerder werkzaam was in Maria Roepaan in Ottersum. In 2006 is hij mij als voorzitter van de Cliëntenraad opgevolgd.

Ik ben de Congregatie van de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid  dankbaar  voor de tijd die ik kreeg voor de cliëntenraad.  Ik kreeg de kans om te leren hoe je een vergadering voorzit en waar je overal aan moet denken. Om goed naar iedereen te luisteren en iedereen de kans te geven zijn mening uit te spreken. Ook de kennis betreffende wetgeving hoe je deze toepassen kunt was heel leerzaam voor mij. Contacten onderhouden en soms toegeven als iets niet lukte.

 

De leidstersvergaderingen in Tegelen

10 februari 1995  ging ik voor de eerste keer naar de leidstersvergadering in Tegelen. Dit is een overleg van alle leidinggevenden in de  Nederlandse Provincie met het Provinciaal Bestuur. Ik wist niet wat ik mij erbij voor moest stellen. Op de agenda stond: ‘De taak van de overste ‘ Ik was wel een beetje gespannen maar direct al bij het binnen komen werd ik hartelijk begroet door iedereen. De sfeer was open en ontspannen.” Het was een leerzame dag” staat er in mijn dagboekje. En dat is door de jaren heen niet veranderd. Het waren hele fijne dagen waarin wij alle zorgen en problemen konden bespreken maar waar we ook heel veel plezier hebben gehad.  Er waren veel momenten van bezinning en verdieping. Soms werd er iemand uitgenodigd , ik denk aan Wil Bus of Pater Timmermans. Maar ook hebben we wel eens een boek moeten lezen en daarna hebben we erover gepraat. Voor mij was  het boek “Australië op blote voeten” heel leerzaam, interessant en belangrijk. Deze dagen waren echt momenten van bijtanken. Een keer per jaar was er een uitstapje  met een bus en dat waren hele fijne dagen. Met Kerstmis was er een kerstviering.  Het programma voor deze dag werd met een opdracht ingevuld b.v. we kregen vooraf een briefje met een woord over kerstmis. Zo kreeg ik het woord “schapen” een jaar later “ster”. De bedoeling was dat je een gedicht of kerstverhaaltje moest zoeken over dit woord. Al deze teksten werden voorgelezen en vanzelf was er een mooie viering ontstaan. Van iedereen werd enige creativiteit verwacht. Maar er waren ook dagen dat er moeilijke problemen op tafel kwamen waarin onze mening werd gevraagd. We hebben mooie pittige gesprekken gehad en altijd was er begrip voor onze ideeën. Voor de onderlinge samenwerking waren de leidstersvergaderingen heel belangrijk. In de drukte van alle dag waren er altijd wel eens spanningen. In de rust van de leidsters bijeenkomsten konden zaken van alle kanten bekeken worden. Het was een fijne groep waar ik met grote dankbaarheid aan terug denk. In 2015 werd er op een hele mooie wijze  door de groep leidinggevenden afscheid van ons genomen omdat ik gepensioneerd werd en zuster Martine ook stopte als leidster m.i.v. 1 januari 2016

Uitstapjes met de groep.

In al die jaren waren er natuurlijk ook veel uitstapjes en gelegenheden om ergens naar toe te gaan met de zusters van groep St. Jozef. Het was elke keer een hele voorbereiding. Uitzoeken waar naar toe?  Hoe, met de bus of boot?  Wie gaan er mee?  Als we dat wisten,  gingen we nadenken of de gelegenheid van onze keuze voor alle zusters goed te bereiken was met de rolstoel en of er sanitaire voorzieningen waren die aangepast waren aan de zorgvraag van de zusters. Ik moet zeggen dat alle uitstapjes heel goed zijn gegaan. Ik pik er eentje uit. De zusters van de groep zijn een keer met twee busjes naar Neer op bezoek gekomen. Het was echt bijzonder voor Cor en mij  dat ze bij ons thuis op het terras zaten koffie te drinken.  Afgesloten hebben we dit bezoekje met een pannenkoek eten bij de Turfhoeve. Het was een hele mooie middag. Ook de zusters van groep Providentia zijn toen een keer op bezoek gekomen.

 

Mantelzorg.

De term mantelzorg was nog niet erg bekend toen ik in 1994 in Boxmeer begon.  Het werk wat ik moest doen bestond uit taken ten behoeve van de groep en de zusters individueel. Het waren werkzaamheden die niet gedaan werden door het Kloosterbejaardenoord. Dit was soms een grijs gebied. Want welke zorg moet nu wel of niet door de mantelzorgers gedaan worden? Dit was niet altijd duidelijk.  De huiskamer was het domein van de groep en de huishoudelijke taken die er te doen waren moesten door de Congregatie verzorgd worden. Koffie zetten en thee voor de recreatie, maar ook kasten opruimen bij de zusters op de kamers, koelkasten schoon houden, zorgen voor de kleding en de kledingkast netjes opgeruimd houden, boodschappen doen, kortom duizend en een dingen. Dit waren allemaal taken die niet bij de zorg hoorden en dus niet door het huis gedaan werden. De zusters van Jullie Postel waren vriendelijk en altijd bereid om iets voor onze zusters te doen. De onderlinge sfeer tussen de Orden en Congregaties was heel goed en gastvrij. Overal, ook in leken verzorgingshuizen, kwamen meer vrijwilligers en ook werd de familie uitgenodigd meer taken te doen voor het familielid dat opgenomen werd. De veranderingen en bezuinigingen in de zorg zorgden verder voor een andere manier van werken. De term Mantelzorg werd algemeen bekend, en werd als volgt uitgelegd; Mantelzorg is onbetaalde en vaak langdurige zorg voor zieke familieleden of vrienden. Toch was dat voor religieuzen nog een extra zorg. De Congregatie heeft een zorgplicht voor de leden die ingetreden zijn. De Congregatie is de familie van de zuster.  Omdat er geen jonge zusters meer waren was de Congregatie genoodzaakt om mensen voor deze taken in dienst te nemen. Dus “betaalde mantelzorg”

In feite waren Riet en ik dus betaalde krachten die ook die mantelzorgtaken uitvoerden die het verzorgingshuis niet kon doen. In 2005 werd zr. Magdalien tijdens het kapittel gekozen in het Provinciaal Bestuur van de Congregatie en kwam Marian onze groep versterken in Boxmeer.  In 2006 stopte Riet met het werk bij groep Providentia en kwamen  Mayke en later Wilma erbij. Omdat de zusters ouder werden en er meer mantelzorgtaken bij kwamen, hebben we ons clubje het Mantelzorgteam genoemd. We hadden veel plezier en als het nodig was werd alles uit de kast gehaald om de werkzaamheden tot in de puntjes te verzorgen. Vooral de Sint Nicolaas vieringen waren altijd heel veel werk van te voren maar onvergetelijk leuk en gezellig, met alles erop en eraan.  We sloten dan af met gezamenlijk avondeten met de hele groep samen in de huiskamer met het samen eten van een grote ‘buikman’ die zr. Martine dan aan moest snijden.

Niet vergeten mogen we de vrijwilligsters die altijd klaar stonden om met een zuster naar een arts te gaan of een keer winkelen in Boxmeer en een ijsje eten. Of zusters bezochten die veel op hun kamer waren en een praatje gingen maken. Deze vrijwilligers  hoorden bij st. Anna maar waren echt gehecht aan onze zusters. Ik ben eenieder dankbaar voor de tijd en aandacht die ze aan “onze zusters “ gaven

De personeelsvereniging.

Net zoals op andere werkplekken was er ook bij de Congregatie een personeelsvereniging. Ik ben er altijd bij geweest en wij hebben hele mooie uitstapjes gemaakt en heel veel plezier gehad samen. Vooral in de beginjaren zijn we veel met de bus op stap gegaan. Naar Scheveningen voor een musical , of bezienswaardigheden bezoeken en altijd werd de dag afgesloten met een heerlijk diner. Een keer gingen we naar Münster, waar we een rondleiding kregen en we kennis maakten met de Duitse zusters in de Friedrichsburg. Ook was er elk jaar een  gezellige bijeenkomst in het Annaklooster waar bijzonderheden werden doorgenomen maar we ook spelletjes deden of gewoon gezellig elkaar ontmoeten. De  leden van het Provinciaal Bestuur waren ook bij deze gelegenheden. De laatste jaren, ik denk na het Kapittel van 2009, was er elk jaar een informatiemiddag die georganiseerd werd door de personeelsvereniging in samenwerking met het Provinciaal Bestuur waar wij allen geïnformeerd werden  over de te verwachten veranderingen in verband met het ouder worden van de zusters en het proces van afbouwen. Het was fijn dat wij altijd op de hoogte bleven en dat het contact tussen personeel en bestuur zo goed was. Er was een vertrouwensbasis en dat kwam onze samenwerking samen ten goede.

 

25 jaar in dienst van de Congregatie

1 Juni 2009 was ik 25 jaar in dienst van de Congregatie, dus ik hoorde dat jaar bij de feestelingen.  Op 26 Oktober  was er een feest in het Annaklooster voor de jubilaressen en de personeelsvereniging  georganiseerd door het Provinciaal Bestuur. Mokhtaria en ik waren beide 25 jaar in dienst.  Cor was ook uitgenodigd voor deze gelegenheid. Het werd een mooie middag met gezellig koffie drinken een toespraak door zr. Cornelia en felicitaties van het personeel van de Congregatie. Ook kregen we een mooi cadeau aangeboden, een beeldje dat de titel  “Samen- werken” had. En een heerlijk buffet als afsluiting.

Ook in Boxmeer hoorde ik bij de feestelingen en we vierden de algemene feestdag op 29 oktober. Deze dag begon met een mooie viering in de kapel waarin zr. Martine en zr. Josepha voorgingen. Het feliciteren , het borrelen en een hele gezellig diner en middag volgden. Een verrassing was een feestelijke toespraak door zr. Magdalien voor mij.  Met een bijzonder cadeau dat ik kreeg van zr .Magdalien, zr. Martine, zr. Petra en zr. Josepha . Een beeld,  een religieus en een leek die de fakkel aan elkaar doorgeven. Dat is wat wij deden telkens weer, samen kijken wat het beste was. De samenwerking tussen ons was altijd heel fijn en goed. Ik had het nooit gered als leken- leidster zonder alle zusters die ik tegen kwam op mijn pad en die altijd bereid waren mij te helpen.

Ook Mayke en Marian hielden een leuk toespraakje en hadden een boekje gemaakt. Het was een heel bijzondere  algemene feestdag.

Afscheid van heel veel fijne mensen.

Vaak moest ik afscheid nemen van een zuster soms na een lang ziekbed, of zomaar ineens plotseling. Mensen waarmee ik een sterke band had opgebouwd , tijdens al die vele gesprekjes in de stilte van hun kamer. Zusters die mij met de wijsheid van hun leeftijd vaak goede adviezen gaven. We hebben veel plezier gehad maar vaak ook verdriet gedeeld. Zr. Gemma zei eens tegen mij: “Christien ga niet te dicht bij de zusters staan dat kan lastig zijn voor je” Daar heb ik goed over nagedacht maar ik ben tot de conclusie gekomen dat het niet kon voor mij.  Als ik iemand wilde helpen dan moest ik dichtbij die ander blijven, en ja misschien wat riskeren.  De zusters van groep st. Jozef waren  natuurlijk allemaal oud, mensen die hun leven geleefd hadden, die het einde verwachten en er soms ook echt aan toe waren om “naar boven te gaan” Ik had er vrede mee als een zuster die vaak veel geleden had naar de Heer mocht gaan.

Het was kort voor Kerstmis in 2003 , ik had het weekend vrij, toen ik een telefoontje van zr. Martine kreeg dat zr. Johanni  van Loosbroek, de Provinciale Overste, plotseling was overleden. Ik schrok er heel erg van en kon het niet geloven. Ik besloot om direct naar Boxmeer te gaan omdat iedereen daar van streek was en ook om hen nabij te zijn. Het was december maar toch stond er een regenboog boven de weg die ik moest rijden, heel bijzonder, alsof hij mij waarschuwde  “rij voorzichtig”.  In Boxmeer heerste verslagenheid en groot verdriet.  Die eerste dagen waren vreselijk, iedereen kwam vragen stellen en condoleren. Maar toch moesten we de Kerstbomen versieren en alles

Voorbereiden voor de Kerst. Chaos in ons hoofd en gedachten en hoe gaat het nu verder? Ondanks alle verdriet ging  het leven toch door op een of andere manier. Ik heb zr. Johanni  heel erg gemist want ze heeft mij vaak geholpen als ik niet wist wat ik moest doen en mij de kans gegeven om mij in te zetten op mijn manier. Ze begreep dat je als niet-religieuse soms zaken tegenkwam die je niet goed kon plaatsen. Onze samenwerking was altijd heel fijn en goed maar vooral  ook heel eerlijk.

Toen ze overleden was heb ik gedacht: “Tien jaar kreeg ik de kans om van haar te leren en nu moet ik het zelf doen.”

Toepassen wat je geleerd hebt van haar. Zo zijn zr. Martine en ik verder gegaan samen met zr. Magdalien en Riet, Marian, Wilma en Mayke en later ook met Lilian, zr. Petra, zr. Josepha en zr. M. Antonia en alle vrijwilligsters waarop we altijd een beroep konden doen.

Dankbaar ben ik voor de steun van de zusters en het Provinciaal Bestuur. Ze waren allemaal samen een 2de thuis voor mij in al die jaren.  Samen hebben we van en met elkaar veel geleerd .

Met zuster Martine heb ik vanaf 1994 tot 2016 heel goed en fijn samen gewerkt. Daar ben ik  haar heel dankbaar voor. In het begin toen ik alles nog moest leren heeft ze veel geduld met mij moeten hebben. Ik wilde altijd uitleg en soms had ik misschien ideeën die niet mogelijk leken. Maar we hebben het geleerd samen van en aan elkaar, en vooral lief en leed gedeeld.

Vaak stonden we samen aan het altaar, voor een gebedsdienst bij een feest maar ook voor een avondwake bij een overleden zuster.  Ook hadden we op zondag wel eens de beurt om in de kapel van st. Anna mee voor te gaan in de Eucharistieviering als we het weekend werkten.

Ik heb het allemaal van je geleerd Martine. Vaak hebben we samen aan het ziekbed gezeten bij een stervende zuster. In het begin toen in st. Anna nog geen verpleeghuis bedden waren hebben we een aantal keren een zuster naar huize Barbara in Schijndel moeten verhuizen. Dat vonden wij zo erg en dat deed veel pijn om deze mensen los te laten. We gingen altijd ergens zitten en een hapje eten na afloop voor we weer terug gingen naar de andere zusters. Gewoon om het te verwerken. We waren blij toen in st. Anna ook verpleegafdelingen kwamen en wij geen zusters meer hoefden weg te brengen. In die ruim 20 jaar hebben we van alles samen georganiseerd en geregeld. We zijn er altijd heel goed samen uitgekomen en raakten erg aan elkaar gehecht. Ik wil je daarvoor hartelijk bedanken, voor al je wijze woorden en je adviezen.

 

Tot slot

Ik had nooit zoveel mooie jaren gehad bij jullie in dienst als ik niet zeker had geweten dat mijn gezin achter mij stond. Vaak moesten ze mij in het weekend missen.  Vele jaren had ik twee gezinnen, een klein gezin thuis in Neer waar Cor en de kinderen en kleinkinderen altijd heel veel begrip hebben gehad voor mijn werk, en een groot gezin in Boxmeer waar ik met zr. Martine  samen het werk en de zorg voor de zusters had. Het was soms druk maar ik ging altijd dankbaar heen en weer. Ik zal deze tijd bij jullie nooit vergeten, ik ben heel dankbaar voor die mooie jaren die ons gezin mocht leven onder de hoede van de Voorzienigheid. Onze kinderen groeiden op tot fijne volwassenen die nu ook weer werken in de zorg voor oude mensen en kinderen.

Aan het einde van deze terugblik wil ik graag al die mensen bedanken die altijd klaar stonden om te helpen met raad en daad.  Dank aan de zusters van Julie Postel voor de bereidheid om ons te helpen als dat nodig was. Er waren veel onderlinge contacten en we konden altijd rekenen op jullie medewerking. Ook ben ik wel eens blijven slapen in st. Anna als het weer te slecht was om naar huis te rijden. Dank ook aan alle mensen die gebeden hebben voor mij en ons gezin. Samen hebben we het goed gedaan. Heel veel zusters hebben we welkom geheten maar ook van heel veel lieve mensen moesten we afscheid nemen. Zo is het leven. We waren en zijn altijd in de Handen van Gods Voorzienigheid  geweest.

Christien Leunissen 2022.

 

Met zuster Martine heb ik vanaf 1994 tot 2016 heel goed en fijn samen gewerkt. Daar ben ik  haar heel dankbaar voor. Vaak hebben we samen aan het ziekbed gezeten bij een stervende zuster. In het begin toen in st. Anna nog geen verpleeghuis bedden waren hebben we een aantal keren een zuster naar huize Barbara in Schijndel moeten verhuizen. Dat vonden wij zo erg en dat deed veel pijn om deze mensen los te laten. We gingen altijd ergens zitten en een hapje eten na afloop voor we weer terug gingen naar de andere zusters. Gewoon om het te verwerken. We waren blij toen in st. Anna ook verpleegafdelingen kwamen en wij geen zusters meer hoefden weg te brengen. In die ruim 20 jaar hebben we van alles samen georganiseerd en geregeld. We zijn er altijd heel goed samen uitgekomen en raakten erg aan elkaar gehecht.