Eerste Graaf van Loonstraat 6a – 5921 JC – BLERICK


Na het behalen van alle vereiste diploma’s kwam Zr. Generoos in de wijkverpleging en daar was zij in haar element. Dat was het helemaal. Jarenlang was zij een bekende verschijning in alle plaatsen waar ze als wijkverpleegster dagelijks de zieken thuis ging verzorgen, onder andere in Neer, Helden en Sevenum.


Ze was niet meer weg te denken uit het straatbeeld van het alledaagse gebeuren jaar in jaar uit. Op de fiets ging ze van de ene patiënt naar de andere. Sommigen bezocht ze jarenlang elke dag. Ze moest soms hele afstanden afleggen van het ene gehucht in de uitgestrekte dorpen naar het andere; vaak door weer en wind, vorst en kou. Maar, ze trotseerde de elementen en genoot in het voorjaar en in de zomer van de natuur en de temperatuur.

Het traktement of salaris dat de gemeente haar toekende bedroeg, heel ongelooflijk lange tijd 1 gulden per dag een jaarsalaris van 365 of 366 gulden!
De fiets en het onderhoud daarvan werd door het klooster betaald evenals de kleding, dat waren een paar grote witte schorten die om de andere dag in de was gingen, in de kloosterwasserij.

Na de oorlog kreeg Zr. Generoos van de gemeente Neer een brommertje, een Solex. Dat was iets heel nieuws.
De mensen sprongen opzij voor zo’n witte gedaante op gemotoriseerd vervoer, een vliegende non!
Door haar kloosterkleding was het niet eenvoudig in het verkeer dus moest er een aanpassing komen.

Zr. Generosia – Generoos, genoot volop respect en waardering bij de bewoners van de plaatsen waar ze gewerkt heeft en waar ze zich verdienstelijk heeft gemaakt.
Ze kon goed luisteren, was zorgzaam en geduldig waar dat nodig was.
Ze hield niet van zeuren en zaniken en kon dan heel doortastend te zijn.

’s Middags hield ze van 1 tot 2 uur spreekuur in het wijkgebouw.
Maar direct na de oorlog was het overal behelpen en moest ze dikwijls naar andere locaties verhuizen en moest dan met de meest primitieve apparaten werken, ze wist daar een maximum aan effect te bereiken.

Tijdens de oorlogsjaren en vooral in de hongerwinter van 1944- 1945 toonden de mensen hun grote dankbaarheid voor haar trouwe en moedige hulp door gaven in natura wat in die moeilijke tijd het grootste loon was.

Zij kwam altijd op voor de zieke mensen en moest soms een bittere strijd voeren met de officiële instanties zoals de plaatselijke bestuurders.
Ook met de besturen van het Groene en Wit – Gele kruis moest ze veel onderhandelen. Ze was strijdbaar en kwam op voor haar mensen en ook voor zichzelf als dat nodig was.

In de jaren 60 – kon ze zich makkelijk aanpassen, de vernieuwingen in de kerk en in de maatschappij beschouwde zij als een zegen, maar niet alles.Zr. Generosia – Huys keek met veel voldoening terug op haar welbesteed leven als wijkverpleegster en ook als religieus, ze heeft nooit spijt gehad over haar vroegere keus om in te treden.