In 1972 vroeg Zr.Antoine mij of ik theologie wilde gaan studeren.Rector Van de Wouw had zich tot de Congregatie gericht met de vraag of er zusters waren die dit wilden doen. Dus begon ik aan de studie theologie in Sittard. We wisten toen ik begon dat er een moeilijke tijd aankwam.
Naast de studie deed ik ervaring op in Venlo met catechese in enkele parochies en met godsdienstles geven aan scholen. Ook gaf ik cursussen aan groepen b.v. kleuterleidsters, gezinsverzorgsters. Ik bewaar goede herinneringen aan die tijd omdat ik er met heel veel plezier heb gewerkt. Ik kon mijzelf helemaal kwijt, zoals ik het wilde doen zo kon ik het doen. De contacten met de mensen waren heel goed. De scholen waardeerden mijn werk erg, en het afscheid in 1976 was dan ook heel mooi.
Op 10 – 12 – 1976 . verhuisde ik naar Roermond om de schoolcatechese te gaan begeleiden. Het waren scholen in het dekenaat Roermond. Ik had als taak de begeleiding van de lagere scholen en kleuterscholen. Ook begeleidde ik pastores in hun werk.
De school catechese veranderde, was wel gebaseerd op de bijbel maar aangepast aan het gewone leven van elke dag. Het was echt heel mooi werk en ik deed het erg graag maar het was moeilijk om in die moeilijke tijden het catechese onderwijs op niveau te houden. In 1984 stopte het vrij plotseling mede door de invloed van Bisschop Gijsen. Ik werd ziek van de problemen die er waren met de catechese. Ik moest kiezen tussen mijn gezondheid en het voortzetten van het werk. Een arts adviseerde mij te stoppen en me in te gaan zetten voor de Roermondse gemeenschap. Er waren nog veel mensen in noodsituaties, er was van alles te doen.
Ik heb aangepakt wat ik kon krijgen. Zo heb ik eten gebracht bij bejaarde mensen, en met enkele mensen de wereldwinkel opgestart. Wekelijks stonden wij op de markt om de wereldwinkel bekend te maken bij de bevolking. Ik heb er 12 jaar aan meegewerkt om tot een echte wereldwinkel te komen. Daarna ben ik begonnen bij de stichting Vincentius. Hier kunnen mensen tweedehands spullen kopen tegen een redelijke prijs. Ook was er een koffiehoek waar men een kopje koffie kon drinken. Het was heel gezellig en ik vond het echt fijn om voor de koffie te kunnen zorgen.
Verder bezocht ik zieken in verzorgings- en verpleeghuizen. Om binding te houden met de Congregatie bracht ik de weekenden door in Venlo en later in Blerick.
Dan was er nog de Basisgroep de Jonge Kerk .
In Roermond startte de jongerenkerk in 1969 in de Caroluskapel in de Christoffelparochie. Ik had in Roermond en omgeving contact met bijna alle pastores van de parochies maar met de pastoor van mijn eigen parochie niet. Dus ging ik meestal naar een H.Mis in een andere kerk. Op een dag vroeg Wil Volman aan mij of ik eens mee wilde gaan naar de jonge kerk. Zo kwam ik er en ik ben er nooit meer weggegaan. We gingen werken met kinderen in groepen. Maakten vieringen voor kinderen. (kindernevendienst)
De caroluskapel moest nodig gerestaureerd worden. Hier werden plannen voor gemaakt maar die gingen uiteindelijk niet door. Op een gegeven moment zat de jonge kerk zonder gebouw. Men kon de Ursulakapel aankopen maar daar was geld voor nodig. Wil Volman en ik hebben contact gezocht met onze Congregatie en die hebben bemiddeld bij PIN (Project In Nederland) Zo kon men geld lenen voor de verbouwing. 40 jaar was ik werkzaam voor de jonge kerk. Heb deze bestuurlijk en in werkgroepen mee helpen opbouwen.
Ik heb zo fijn kunnen werken en er was zoveel te doen. Ik had goede contacten en samen hebben we veel tot stand gebracht. Er waren veel positieve ontwikkelingen ik heb eraan bijgedragen omdat ik ervan genoot van de ene ontwikkeling in de andere te komen. Het was echt een fijne tijd in Roermond. Ik hield ervan de mensen in nood te kunnen helpen en voor mij was altijd belangrijk zinvol met hun leven bezig te zijn.
Ik ben dankbaar voor de mogelijkheid dat ik mijn leven zo inhoud kon geven zoals ik het zinvol vond en nog vind, dankbaar voor alle mogelijkheden die ik gehad heb.