Hoewel onze congregatie gesticht is voor de opvoeding van kinderen in school en internaat, is later de vraag gekomen om zich in te zetten voor een ziekenhuis in Tegelen. Alle zusters werden ermee geconfronteerd. Ieder zou moeten meewerken aan het bij elkaar brengen van de benodigde gelden voor de bouw. Zo ontstond in 1926, als project van ons allemaal, het ziekenhuis “De Goddelijke Voorzienigheid”.
Toch waren er al eerder zusters die zich verdienstelijk maakten voor zieke mensen in de wijkverpleging. In ieder dorp bezochten ze zieken en ouderen ook al waren ze niet bevoegd. Dat kwam pas later.
In 1951 werden de zusters gevraagd voor de verpleging en verzorging van mensen met een geestelijke en lichamelijke beperking in Maria Roepaan in Ottersum. In Venray riep de pastoor al in 1877 de hulp in voor de armenzorg in de parochie. Dat breidde zich gestadig verder uit en in 1880 was er al een klooster, een weeshuis en een gasthuis. De psychiatrie deed zijn intrede in Venray en de zusters zetten zich daarbij in, vooral in het Vincentiushuis.