In het van oorsprong katholieke Peel en Maas staat in ieder dorp een kerk. Naast het gebedshuis hadden of hebben verschillende kernen ook nog een eigen klooster. Daar werden paters opgeleid, meisjes onderwezen en ouderen verzorgd. Sommige kloosters zijn inmiddels gesloopt en andere hebben nog altijd een prominente plek in het aangezicht van het dorp. In deze serie duiken we de geschiedenis van enkele kloosters in. In Helden verhuisden de zusters drie keer voordat ze bij hun eindbestemming, Kerkeböske, belandden.
Voor de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid begon de Heldense periode in 1876. Veel kloosterordes vestigden zich in die tijd in Limburg nadat in Duitsland een vijandig klimaat ontstond tegenover religieuzen. ‘Op 20 november 1876 kwamen de eerste zusters naar Helden om met pastoor Jacobs te praten over de mogelijkheid zich in ‘Dörp’ te vestigen’, schreef historicus Henk Thiesen in het historisch blad De Moennik. ‘Op 12 december kregen ze al woonruimte aangeboden: een huurhuis van kerkmeester Jenniskens.’ Dat pand lag tussen de huidige discotheek Apollo en het naastgelegen Enwe-pand en is inmiddels afgebroken. Vanaf het begin bleek echter dat het pand te klein was voor de zusters. Ze begonnen in 1877 met een bewaarschool voor kinderen tussen de 3 en 6 jaar en een naaischool. Een maand na de start werd het huis van oud-burgemeester Jan Joseph Verhaegh gekocht. ‘Een groot herenhuis gelegen aan de overkant van de Pool (het plein, red.)’, aldus Henk Thiesen. In dat pand is tegenwoordig bed en breakfast Poolzicht gevestigd. ‘Bijna alle 110 meisjes die op dat moment nog op de openbare school zaten,
gingen over naar de kloosterschool.’
In de voormalige burgemeesterswoning bleven de zusters tot 1929. Thiesen: ‘Rond 1920 kwamen de eerste geluiden dat de schoollokalen niet voldeden. Uiteindelijk werd de school afgekeurd en moest er een nieuwe komen.’ De locatie zorgde nog voor wat ophef in Helden. Het Parochiaal Armbestuur wilde de nieuwe school en ook meteen een nieuw klooster achter het park van notaris Haffmans bouwen, op de plek waar nu de voetbalvelden liggen. ‘De dorpsgemeenschap vond dat maar niks: veel te ver uit het centrum’, schrijft Thiesen. Er werd een betere plek gevonden: ín het park van de notaris. ‘De notaris was niet meteen bereid een stuk van zijn park af te staan. Toen de zusters dreigden het dorp te verlaten, ging hij, schoorvoetend, overstag.’
De dochter van de notaris speelde een bemiddelende rol in het hele proces en daarom besloten de zusters de nieuwe school naar haar te vernoemen: Odaschool. Het klooster kreeg de naam Mariaklooster. In de volksmond werd het echter Kerkeböske, naar een naam die al honderden jaren aan het bos op die plek werd gegeven. In 1951 werd de school vergroot en kwam er een speelplaats. De school bleek nog te klein, waarna een aparte kleuterschool werd bij gebouwd in 1965.
Naast onderwijs hielden de zusters zich ook bezig met zorgverlening. Ze verzorgden zieken en ze namen de wijkzorg op zich. Ook ontfermden ze zich over ‘hele en halve’ weeskinderen, schrijft Thiesen. ‘Het ging meestal over kinderen uit ontregelde gezinnen.’ Daarnaast ontfermden de zusters zich ook over oudere, verwaarloosde vrouwen. In 1910 werd in Helden een Groene Kruis-afdeling opgericht. ‘De zusters zouden de ziekenzorg voor hun rekening blijven nemen, zij het onder de vlag van het Groene Kruis’, aldus Thiesen. Dat deden ze tot hun vertrek uit Helden.
Dat was het geval in 1964. De zusters droegen het onderwijs en de zorgverlening over aan anderen. Het Kerkeböske bleef overeind staan en deed de jaren erna dienst als verzorgingstehuis. Na aanpassingen en verbouwingen werd het klooster in 2008 heropend als gemeenschapshuis van Helden. Ook is streekmuseum ’t Land van Peel en Maas gevestigd in het pand.