Het Vincentiushuis in Venray werd in 1968 ”Stichting Vincentius”.
Op dat moment was ik in Maria Roepaan in Ottersum voor de kapel en om te naaien voor de zusters. Ik had dus nog geen vaste werkplek.
In St. Vincentius hadden ze iemand nodig als hoofd van de naaikamer met het diploma coupeuse. Dus werd ik gevraagd of ik naar Venray zou willen en daar was ik heel blij mee want dat kende ik, daar was ik voor mijn kloosterjaren als niet religieuze werkzaam op de naaikamer. De naaikamer was nu op een andere plek en zag er fantastisch uit helemaal vernieuwd het was een mooie plek om daar te werken met een prachtig uitzicht. Drie dames uit Venray waren daar al werkzaam.
Hier was alles nodig verstelwerk, nummeren enz. enz.
Ook nieuwe japonnen maken, het leuke daarvan was de stoffen uitzoeken en kopen, maar vooral kijken met de gedachte wat zal de bewoner opfleuren. Voor sinterklaas werden er pakjes van gemaakt en natuurlijk waren ze heel blij. Het was een plezier om voor de bewoners te naaien, want ze kwamen regelmatig op de naaikamer met de vraag: Wanneer wordt mijn jurk gemaakt? En als die klaar was en ze hadden hem aan, dan kwamen ze binnen om te laten zien hoe blij ze waren en om ons te bedanken. Wij hadden regelmatig contact met de bewoners. Ze liepen soms binnen voor een praatje, een andere keer even “Goede morgen” en weg waren ze.
Enkele dames kwamen om knopen aan te zetten en te nummeren. Daar hadden we plezier mee, want de reactie was vaak leuk en soms minder leuk maar dat hoorde erbij.
Een enkele keer was het nodig om de lapjeskast op te ruimen, daar werd de tijd voor genomen en dat deden we samen al zittend op de vloer. Het was een fantastische tijd met ons vieren maar het was ook een gezellig groepje. Ik kan er met voldoening op terug te zien.
Dit is mijn verhaal zr. Thérèse Voermans