Zr. Concordia heeft dertien jaar in Sevenum gewerkt in de zorg voor ouderen en daarna ook nog eens even lang als vrijwilligster.
De ervaringen van Zr. Concordia Kroezen.
In de dertiger jaren was het moeilijk voor meisjes om in de verzorging aan de slag te komen. Dit werk werd meestal door religieuzen verricht. Het was dus niet vreemd toen Zr. Concordia als jong meisje te kennen gaf in te willen treden bij de zusters van de Goddelijke Voorzienigheid en in de verzorging te gaan werken. Hoewel haar vader daar in eerste instantie niet blij mee was, trad ze toch in op 2 februari 1932.
Als jonge zuster verpleegde zij in Venray in pension St. Josef de lopende patiënten. Er ging van haar een weldadige rust uit op zieken die aan een angstpsychose leden. Zuster Concordia had de gave die mensen in hun waarde te laten, ze rustig te laten begaan en hen te begeleiden tot haar geruststellende aanwezigheid die mensen weer op hun gemak stelde.
Na een aantal andere functies vervuld te hebben, kwam Zr.Concordia in 1965 naar Sevenum in de bejaardenzorg. Zij had inmiddels een opleiding gevolgd voor bejaardenhelpster en ziekenverzorgster. Zij werd nu hoofd van een afdeling in Huize” Sevenheym”. Vanwege de snelle veranderingen in de zorg volgde ze nog bijscholingen in Sittard en Ammerzoden.
De manier van werken was toen heel anders. Het dienstrooster werd gemaakt van week tot week. Zr. Concordia had vijf jaar “bellendienst”, dus iedere nacht bereikbaarheidsdienst! Dit zou nu niet meer kunnen. Zij had ook een sterke band met bewoners en collega’s.
Zij kan over haar werk heel enthousiast vertellen.Ze herinnert zich een triest verhaal van een vrijgezelle oudere man. Na lange jaren bij een rijke Sevenumse boer te hebben gewerkt, kwam hij in ” Huize Sevenheym “terecht . Op een gammel pruttelend brommertje met als enige bagage een klein pakje onder de snelbinder, meldde hij zich op een zondagmiddag als nieuwe bewoner. Het was een beetje een eigenaardig mannetje, in zichzelf gekeerd, contactarm, maar heel ontvankelijk voor elke attentie, elk vriendelijk woord of een groet. Zr. Concordia was vanaf de eerste dag zijn contactpersoon; zij genoot zijn vertrouwen en tegenover haar werd hij wat spraakzamer. Hij vond het fijn als ze bij hem op bezoek kwam en ze samen een kopje koffie konden drinken. Op een keer liet hij haar een beetje verlegen en stuntelig een oude vergeelde foto zien. Die zag er zo gekreukeld en vlekkerig uit dat er amper iets op de afbeelding te onderscheiden was. “Dit is mijn moeder” hoorde Concordia hem zachtjes zeggen. Hij was helemaal geëmotioneerd, zo aandoenlijk en ontroerend. Mogelijk deden de goede zorgen en de belangstelling van Zr. Concordia hem aan zijn moeder denken. Zr. Concordia bracht de foto een beetje in fatsoen, maakte ze schoon en zette ze in een mooi lijstje. “Mag ik die in deze mooie kamer ophangen?” De man leefde in “Sevenheym” helemaal op. Hij bleek best goed bij de pinken te zijn en kreeg naderhand zelfs de zorg voor de bibliotheek. Bij feestelijke gelegenheden maakte hij toepasselijke rijmpjes en liedjes voor alle bewoners.
Zo waren er gevallen van schrijnende eenzaamheid in het bejaardenhuis. Zr.Concordia ging regelmatig een dame opzoeken die verder geen bezoek kreeg. Die mevrouw vond die aanloopjes zo gezellig dat zij de zuster meer dan eens vroeg: “Kunt u niet even komen buurten?” Ze dronken dan samen een kopje thee of koffie en mevrouw kon er weer een tijdje tegen. Zr. Concordia heeft voor deze vrouw in haar eenzaamheid veel betekend.
In 1971 begon zij aan een cursus handvaardigheid, want zij was ook steeds meer op creatieve wijze met de bewoners bezig in kleine handwerkgroepjes op de afdelingen. Later kreeg ze hulp van Zr. Gertrudie en Zr. Anchilla.
In 1978 stopte Zr. Concordia met haar werk in de verzorging. Daarna deed ze nog tot 1991 vrijwilligerswerk met bewoners uit het huis en met mensen uit de bejaardenwoningen in de buurt van” Sevenheym”.